Preek van zondag de 20ste juli in de kapelle van de zusters Ten Bunderen, Knokke.
16e Zondag door het jaar A 2008 ( Mt 13, 24-43 )
Dierbare Vrienden,
De parabel van vandaag leert ons dat we geduld moeten hebben….
Geduld hebben is schijnbaar een deugd die niet meer past in onze moderne wereld.
Er moeten onmiddellijk resultaten zijn.
Men moet onmiddellijk kunnen bediend worden.
Kijk maar eens naar al die gezichten in een wachtzaal,het kreunen en zuchten als het wat te lang duurt.
Of kijk maar eens naar het rijgedrag van mensen in een file. Men kan schijnbaar geen geduld meer opbrengen.
Onze God is echter niet zo.
Hij eist van ons geen onmiddellijke resultaten.
Hij heeft met ieder van ons veel geduld. Wij krijgen de tijd om te groeien.
Wij krijgen steeds nieuwe kansen,niet éénmaal,niet tweemaal of driemaal maar ontelbare malen.
Hij verwacht van ons geen wereldschokkende dingen.
Het kleine mosterdzaadje zal immers indien men het nodige geduld opbrengt eens uitgroeien tot een reuzenboom. En dat beetje gist zal de bloem doordesemen en geweldig doen rijzen. Dat is de hoopvolle boodschap.
Wij mensen worden allen opgeroepen een beetje meer te lijken op die God. Wij worden dus ook opgeroepen om wat meer geduld aan de dag te leggen,hoopvol te blijven en stap voor stap met het nodige vallen en opstaan te werken aan die schepping.
Dierbare Vrienden,
Vragen wij daarom God,onze lieve en geduldige Vader in dit samenkomen om kracht ,bijstand en geduld bij dit wonderlijke groeiproces.